Guerillery: In Situ

We zijn geneigd te denken dat een huis een vaststaand gegeven is in ons leven; een stenen ankerpunt waar we altijd op kunnen terugvallen. Niet voor niets bestaat de uitdrukking dat iets staat ‘als een huis’. Toch is ieder huis aan verandering onderhevig. De bewoners wisselen van tijd tot tijd, er wordt verbouwd en de omgeving is in een constante staat van verandering. Er bestaat een tegenstrijdigheid tussen het schijnbaar eeuwige voortbestaan van een stenen gebouw en zijn steeds wisselende bewoners.

Deze dynamiek vormt een centraal thema van In Situ, een tentoonstelling die plaatsvond in een leegstaande antikraakwoning in de Jordaan. De drie jonge curatoren, Max Bouwhuis, Sara van Bussel en Bram Verleur noemen hun initiatief ‘Guerillery’: een galerie zonder vaste locatie. In Situ is de eerste in een reeks van eendaagse exposities die zij op wisselende plekken in Amsterdam zullen organiseren en bevat werk van kunstenaars in opleiding naast dat van meer gevestigde namen.

Op het eerste gezicht oogt de woning, gevestigd in de Goudsbloemstraat, niet als ideale locatie voor een tentoonstelling. De Delfts blauwe tegeltjes waar de haard mee versierd is en het gebloemde behang op de muur geven het interieur een nogal oubollig uiterlijk. Toch blijkt dit huis verrassend genoeg juist heel geschikt als expositieruimte. De curatoren hebben het hele appartement ingericht met kunst die invulling geeft aan het thema van het huis als een dynamische ruimte. Eigenlijk ontbreken alleen de meubels nog aan het huiselijke geheel.

Bij binnenkomst is meteen het eerste kunstwerk te zien: aan de muur van een smal gangetje hangt een foto van Dennis Verbruggen, die in het laatste jaar van zijn opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht zit. De foto toont een vogelhuisje in zijn thuisplaats Middelburg, waar hij veel van zijn werk maakt. Het vogelhuisje is omringd door een agressief ogende metalen constructie die het huisje behoedt voor grotere (roof)vogels. Je zou hierbij kunnen denken aan de bedreiging die gentrificatie vormt voor de Amsterdamse arbeidersklasse die zich de duurder geworden huizen niet meer kan permitteren.

Het gangetje leidt naar een bescheiden woonkamer met witte muren en een laag plafond. Aan een waslijn die op de muur is getimmerd zijn met wasknijpers kleine foto’s van Maurice van Es bevestigd. Het zijn kleurrijke foto’s van kleine voorwerpen die je in een huis zou kunnen aantreffen: een paar knalroze pantoffels, een kopje thee, een polshorloge. Afgebeeld tegen een monochrome achtergrond krijgen deze objecten de status van een huiselijke fetisj.

Geen ruimte is onbenut gebleven in de tentoonstelling. Zelfs in het minuscule badkamertje hangt kunst: boven de wasbak, op de badkamerdeur zelf; als je niet oplet zou je bijna een werk over het hoofd zien.

Waar ooit een slaapkamer geweest moet zijn is op een binnenhoek een videowerk van Arnold Put geprojecteerd. De kunstenaar, tevens danser bij het Nederlandse danscollectief ISH, filmde hoe hij zo hard als hij kon om de hoeken van verschillende huizen heen rende. Hoewel dit werk normaal gesproken op een buitenhoek geprojecteerd wordt, is het werk nu als het ware binnenstebuiten gekeerd. Waar Arnold eerst buiten de hoek om rende, is hij nu ingesloten door vier muren.

Het werk dat in deze ruimte het best tot zijn recht komt is dat van Japanse kunstenares Nishiko. In twee keukenlaatjes liggen stukjes muur die Nishiko uit haar atelier sloopte. Elk stukje is voorzien van een label met daarop een nummer, alsof het objecten uit een natuurhistorisch depot zijn. Zo heeft ieder werk een bijzondere plaats gekregen in deze kleine woning, die op het eerste oog misschien niet geschikt leek als expositieruimte. Het appartement vormt een passende achtergrond die de thematiek van de tentoonstelling zelf reflecteert. In Situ is de belichaming van de tegenstrijdigheden die zij aankaart: binnen versus buiten, tijdelijk versus permanent, constant versus veranderlijk.

Guerillery: In Situ - Emily Rhodes

20 maart 2016

Vorige
Vorige

Wijsgerig Festival DRIFT: In staat tot natuur

Volgende
Volgende

Jrg. 24 #2 Het Collectief