Jrg. 25 #2 Textiel

De tentoonstelling Sheila Hicks | Why Not? in het Textielmuseum aan het begin van 2016 was opmerkelijk. Niet alleen omdat voor het eerst sinds lange tijd autonome textiele werken van een dergelijke gerenommeerde kunstenaar werden getoond in een Nederlands museum, maar ook omdat de tentoonstelling een afspiegeling was van de hedendaagse omgang met het medium textiel. De focus lag op uitwisseling, ambacht en bovenal op Hicks’ grenzeloze liefde voor het medium en het experiment. Hoewel de ondertitel van de tentoonstelling, die Hicks zelf koos, een verwijzing was naar haar banden met Nederland, kon deze ook worden gelezen als een aanmoediging gericht aan andere kunstenaars. Textiel: Why Not?

En waarom zou je ook niet? Het habitat van kunstenaars die werken met textiel wordt almaar ruimer en avontuurlijker. Onder meer in het kader van technologische ontwikkeling en op het gebied van mode, waar niet alleen ontwerp en productie maar ook academisch onderzoek en theoretisering een vlucht nemen. Steeds vaker grijpen jonge beeldend kunstenaars de trend van mediumvrijheid aan om met textiel autonoom werk te maken. De basis voor autonome kunst van textiel werd al eind jaren zestig gelegd door de internationale Fiber Art Movement, waarvan Ria van Eyk in Nederland een kopstuk was. Bijna vijftig jaar na haar Lovely Weaves is de strijd om de autonomie echter nog steeds niet gestreden, zo meent ook Victoria Anastasyadis, die Why Not? in 2015 samenstelde. Gevolg is dat het veld alsnog onder een prikkelende spanning staat.

Voor zowel autonoom als toegepast textiel blijft culturele uitwisseling een prominent thema. Verhalen van migratie en adaptatie vormen continue inspiratiebronnen voor de makers. In het werk van de Armeense wever Hagop Kapoudjian (1870-1946) is de verwondering te lezen die samengaat met de ontdekking van nieuwe beeldmotieven, uit dat van Slavs and Tatars (2007-) het verdriet om de schade aan de eigen culturele identiteit. Beiden vonden een houvast in de tapijtkunst, een eeuwenoude en grensoverschrijdende traditie die prestige en een gevoel van huiselijkheid verenigt met de symboliek van het weven of knopen zelf.

De waarden waarop de textielindustrie zo lang dreef — handwerk, ambachtelijkheid — moeten dan ook niet uit het oog worden verloren. Devotie aan het maakproces zou volgens de theoreticus Richard Sennett de door kapitalisme veroorzaakte vervreemding tussen mens en object, maar ook tussen mensen onderling, verzachten. De tijd en geduld die dat vergt, zijn in de Westerse wereld zeldzaam geworden: niet voor niets vreesde Sheila Hicks te moeten exposeren tussen computergestuurde weefgetouwen. Relevant is daarom ook het kunstenaarsportfolio, een fragmentaire weergave van een proces van textielproductie en audiovisuele co-creatie dat weliswaar plaatsheeft in Burkina Faso, maar waarvan het gemeenschapsgevoel en de mate van toewijding Europa tot voorbeeld kunnen zijn.

Het nummer is vanaf nu te koop bij onze verkooppunten of bestelbaar via info@simulacrum.nl

INHOUDSOPGAVE

1. INTERVIEW

Beeldend textiel: Sheila Hicks | Why Not?

Interview met Victoria Anastasyadis

Luz Weekenstroo

2. ARTIKEL

Weefvorm, raster en abstractie

Ria van Eyks ‘The Lovely Weaves

Marjan Boot

3. ARTIKEL

Travelling Carpets

Het tapijt als drager van verhalen

Christel Vesters

4. PORTFOLIO

Over maken en mediëren

Senufo-modderstof en de interrelatie tussen het rituele, sociale en artistieke maakproces

Anja Veirman

5. ARTIKEL

Liefdesbrieven aan een vervlochten verleden

Moderniteitskritiek tot tapijten verweven

Michelle de Wit

6. ARTIKEL

Ongeweven

Vilt en de werken van Joseph Beuys

Sara-Lot van Uum

7. ARTIKEL

De andere kant van culturele toe-eigening

Een kleine geschiedenis van de bandana

Katarina Schul

8. ARTIKEL

Aesthetics of poverty

The black of Yohji Yamamoto and Rei Kawakubo

Jelmer Wijnstroom

27 februari 2017

Vorige
Vorige

De vlieg die door de ozonlaag vloog

Volgende
Volgende

Een muurgeschiedenis