Call for papers: Phantom

[Scroll naar beneden voor het Nederlands]

A phantom is an ethereal, otherworldly figure, existing on the fringes of our reality, always in the back of our minds. It is a shadow that lives in the corner of our eye and at the margins of language, ever-displaced. A palimpsest presence hinging on our imaginations, flickering in and out of existence, yet always haunting, (un)settling, and speaking to whomever dares to speak back, and whomever tries to capture its name.[1] Phantom, phantasm, spectre, ghost, all disjointing time and space, entangling here and there (and) now and then, past and future. Phantoms tend to linger and seep into the present, shaping our current lives and cultural landscapes.[2] What is haunted, what are we haunted by, and can we haunt them back?

In Spectres of Marx (1994), philosopher Jacques Derrida coins the term ‘hauntology’ to explain how the figure of the spectre haunts the multiple and destabilised temporalities of postmodernity. As a simultaneous figure of the past and the present, dead-yet-presently-haunting, the presence of the spectre collapses modal notions of time, and, as suggested by Martin Hägglund, creates a relation between what is “no longer” and “not yet.”[3] The past is brought into the present as “a moment that no longer belongs to time.”[4] Histories and futures become intertwined, causing us to repeat the past as well as anticipate what is to come.[5] The postmodern condition is denoted as a process of “learning to live [with the spectre]”[6] – but how should such a being-with, a temporal merging of ghost and memory, be engendered? Or, as proposed by Petrică Mogoș and Laura Naum, can we find a “third way” of living with ghosts that may honour their existence? And how can we “stay in the company of ghosts, even - or, perhaps, especially - when gripped by anxiety”?[7]

Can we rely on the arts to find ways to respect those who are no longer there, as well as those who have not yet arrived?[8] Can we make art infused with a spectral quality that, in the words of theorist Homi K. Bhabha, “renews the past, refiguring it as a contingent ‘in-between’ space, that innovates and interrupts the performance of the present”?[9] The in-between space can be conveyed as the past trying to speak to us - pulling us back, served in front us as a moral compass. Shalechet (2001) by Menashe Kadishman lets us actively experience these feeling of being aggressor and bystander at once. Hundreds of metal heads with open mouths are layed down on the ground. While walking over them, you, a human being with consciousness, create the deafening sound of clattering metal. At the same time, you are situated in a heavily concrete structure, designed by Daniel Libeskind, an emphasis on verticality while the walls from both sides press down hard on you and make you feel inhibited. Walking further will hurt even more faces - but going back doesn’t make it any better; you’ve already crossed the line and you become a prisoner of your own toxicity.

Menashe Kadishman. Shalechet, 2001.

Within psychoanalysis, Nicolas Abraham and Maria Török’s theory of the transgenerational phantom suggests processes through which silenced memories circulate, without actively having been passed on.[10] For them, it is not the dead who return to haunt the living, but it is precisely their lives’ “unfinished businesses” – histories that were interrupted and knowledges that were silenced by external forces – that are unconsciously transmitted between generations. Such unfinished businesses can be placed between the “no longer” and “not yet,” the virtual terrain of Hauntology par Derrida – slip – par excellence. Echoing Derrida’s suggestion that one must find a way of “living with” spectres rather than trying to forget or revive them, Abraham and Török suggest that it is never enough to simply put the dead to rest, because their psychic lives live on through generations. Rather than playing a game of hide-and-seek at night or trying to figure out what “really” happened, the best we can do is to re-signify the lack of knowledge which we experience.

Installation view of Denilson Baniwa at the 35th Bienal de São Paulo – Choreographies of the impossible © Levi Fanan / Fundação Bienal de São Paulo

“How can art help us to revive forgotten memories?” - asks Ayanna Dozier, ​ suggesting that art can be used as a means to re-signify the knowledge gaps theorised by Abraham and Török. In her reading of the latest São Paulo Art Biennial, Choreographies of the Impossible, she highlights the presence of knowledge archives marginalised during the South American colonisation in the work of artists concerned with Indigenous histories, such as Denilson Baniwa. Concerned with the “choreographies of survival” of the Baniwa people in the Brazilian Amazon, the artist’s work suggests ways through which material practices may help a community to regain agency over memories that were “amputated” from their culture. “Memory burns” - Dozier responds to the works in the Biennial. And although fires can destroy physical archives – as it was the case with the National Museum of Brazil, in 2018 – traces of their extinction may continue to haunt collective imaginaries. They may slip every now and then, until memory attempts to re-signify them - to let them speak through whatever’s at hand.

In this edition of Simulacrum, we invite you to gather whatever is at hand to think with us about the unknowable and unnamable phantasms, phantoms, spectres, and ghosts whose traces you may have encountered - or still hope to. Questions addressed by this issue include, but are not limited to: how do memories and histories delegitimised by official information circuits circulate? How can art help us to create a “third way” to relate to heritages that have been hegemonically erased? What is the relevance of Hauntology, and terms such as phantom, phantasma, and spectre, for contemporary research in (and through) the arts?

We are looking for authors and artists who dare to explore, question and push the concept of phantoms within essays and art. The deadline for this C4P is January 4. Submissions and questions can be sent by email to info@simulacrum.nl. If you wish to submit a visual work, please note that Simulacrum will be printed two-colour. Please attach articles (of up to 2000 words) as .doc or .docx and visual contributions as .pdf. The instructions for authors can be found here.






CALL FOR PAPERS: FANTOOM [NL]

Een fantoom is een etherische, buitenaardse figuur die - aan de rand van onze realiteitszin, altijd in ons achterhoofd aanwezig is. Het is de schaduw in onze ooghoeken die ontheemd in de kantlijn van onze taal leeft. Een palimpsest-aanwezigheid die afhankelijk is van onze verbeelding, in en uit het bestaan flikkert, maar toch altijd blijft rondspoken, (ont)hechten en spreken tot iedereen die terug durft te spreken, en iedereen die zijn naam probeert vast te leggen.[1] Fantoom, fantasie, spook, geest - onsamenhangend verstrengeld in tijd en ruimte, in het hier en daar (en) nu en dan, verleden en toekomst. Fantomen hebben de neiging om in het heden te blijven hangen en onze huidige levens en culturele landschappen vorm te geven.[2] Wat wordt er achtervolgd, waar worden wij door achtervolgd en kunnen we hen ook achtervolgen?

In Spectres of Marx (1994) gebruikt filosoof Jacques Derrida de term 'hauntology' om uit te leggen hoe de figuur van het spook de veelvoudige en gedestabiliseerde tijdelijkheden van de postmoderniteit achtervolgt. Als een synchroon figuur van heden en verleden, dood en toch spookachtig, doet de aanwezigheid van het spook de modale noties van tijd instorten en, zoals gesuggereerd door Martin Hägglund, een relatie creëren tussen wat ‘’niet langer’’ en wat ‘’nog niet" is.[3] Het verleden wordt naar het heden gebracht als ‘een moment dat niet langer tot de tijd behoort’.[4] Geschiedenis en toekomst raken met elkaar verweven, waardoor we het verleden herhalen en anticiperen op wat komen gaat.[5] De postmoderne toestand wordt omschreven als een proces van ‘leren leven [met het spook]’[6] – maar hoe moet zo’n ‘zijn-met’, een tijdelijke samensmelting van geest en herinnering, tot stand worden gebracht? Of kunnen we, zoals voorgesteld door Petrică Mogoș en Laura Naum, een ‘derde manier’ vinden om met geesten te leven die hun bestaan kan eren? En hoe kunnen wij “in het gezelschap van geesten blijven, zelfs – of misschien vooral – als je in de greep bent van angst”?[7]

Kunnen we erop vertrouwen dat de kunst manieren vindt om degenen die er niet meer zijn en die er nog niet zijn te respecteren?[8] Kunnen we kunst maken die is doordrenkt met een spectrale kwaliteit die, in de woorden van theoreticus Homi K. Bhabha, ‘‘het verleden vernieuwt en het hervormt als een toevallige ‘tussenruimte’, die de uitvoering van het heden vernieuwt en onderbreekt’’?[9] De tussenruimte kan worden ervaren als het verleden dat ons iets probeert te vertellen - ons terugroept en voor onze ogen wordt opgediend in de vorm van het morele kompas. Shalechet (2001), een installatie kunstwerk van Menashe Kadishman, laat ons de rollen van agressor en omstander op hetzelfde moment actief ervaren. Terwijl je over honderden metalen hoofden met open monden loopt, creëer jij - een mens met bewustzijn, het oorverdovende geluid van het kletterende metaal. Tijdens deze handeling bevind je je in een gewichtig betonnen constructie, ontworpen door Daniel Libeskind, met een duidelijk nadruk op verticaliteit. En terwijl de muren aan beide kanten hard op je drukken kan je niet ontkomen aan een fysieke sensatie die je bij de keel grijpt: verder lopen zal namelijk nog meer gezichten verpletteren doen – maar teruglopen maakt je geen haar beter. Je hebt de grens al overschreden en je wordt een gevangene van je eigen gemaakte keuze.

Menashe Kadishman. Shalechet, 2001.

Abraham en Töröks psychoanalytische theorie over het transgenerationele fantoom suggereert processen waar verstilde herinneringen circuleren, zonder dat ze actief zijn doorgegeven.[10] Voor hen zijn het niet de doden die terugkeren om de levenden te achtervolgen, maar zijn het juist de “onafgemaakte zaken” van hun leven die onbewust tussen generaties worden overgedragen. Geschiedenissen die werden onderbroken en kennis die tot zwijgen werd gebracht door externe krachten kunnen allemaal worden geplaatst tussen ‘niet meer’ en ‘nog niet.’ In navolging van Derrida’s suggestie dat je een manier moet vinden om met geesten te ‘leven’ in plaats van te proberen ze te vergeten of weer tot leven te wekken, suggereren Abraham en Török dat het nooit genoeg is om de doden eenvoudigweg te laten rusten. Hun psychische levens generaties leven namelijk generaties lang voort. In plaats van erachter proberen te komen wat er 'echt' is gebeurd, kunnen we het beste het gebrek aan kennis dat we ervaren opnieuw benadrukken.

Installation view of Denilson Baniwa at the 35th Bienal de São Paulo – Choreographies of the impossible © Levi Fanan / Fundação Bienal de São Paulo

“Hoe kan kunst ons helpen vergeten herinneringen nieuw leven in te blazen?”[11] - vraagt Ayanna Dozier zich af. Dit suggereert dat kunst kan worden gebruikt als een middel om de kennislacunes die door Abraham en Török zijn getheoretiseerd, opnieuw te duiden. In haar lezing van de laatste kunstbiënnale van São Paulo, Choreographies of the Impossible, benadrukt ze de aanwezigheid van kennisarchieven die tijdens de Zuid-Amerikaanse kolonisatie zijn gemarginaliseerd in het werk van kunstenaars die zich bezighouden met de inheemse geschiedenis, zoals Denilson Baniwa. Bezorgd over de ‘overlevingschoreografieën’ van het Baniwa-volk in het Braziliaanse Amazonegebied, brengt het werk van de kunstenaar manieren waarop materiële praktijken een gemeenschap kunnen helpen weer controle te krijgen over herinneringen die uit hun cultuur zijn ‘geamputeerd’.[12] “Memory burns” - Dozier reageert op de werken in de Biënnale. In 2018 vernietigde een brand de archieven van het Nationale Museum van Brazilië, maar de sporen van hun uitsterven blijven ook de collectieve verbeelding achtervolgen. De sporen ervan kunnen ons zo nu en dan ontglippen, totdat het geheugen probeert ze opnieuw te betekenen - om ze te laten spreken door wat er voorhanden is.

In deze editie van Simulacrum nodigen we je uit om alles te verzamelen wat voorhanden is om met ons na te denken over de onkenbare en onnoembare fantasieën, fantomen, geesten en geesten waarvan je de sporen misschien bent tegengekomen - of nog steeds hoopt te zien. Vragen die in deze uitgave aan bod komen omvatten, maar zijn niet beperkt tot: hoe circuleren herinneringen en geschiedenissen die door officiële kennis circuits zijn gedelegitimeerd? Hoe kan kunst ons helpen een ‘derde weg’ te creëren om ons te verhouden tot erfgoed dat hegemonisch is uitgewist? Wat is de relevantie van Hauntology, en termen als fantoom, fantasma en spook, voor hedendaags onderzoek in (en door) de kunsten?

We zijn op zoek naar auteurs en kunstenaars om na te denken met ons over fantomen. De deadline voor deze C4P is 4 januari. Inzendingen en vragen kunnen per mail worden gestuurd naar info@simulacrum.nl. Indien je een visueel werk wil insturen, houd er dan rekening mee dat Simulacrum tweekleurig wordt geprint. Voeg artikelen (van maximaal 2000 woorden) bij als .doc of .docx en visuele bijdragen als .pdf. De auteursinstructies zijn hier te vinden.





[1] Derrida, Jacques. Spectres of Marx: The State of the Debt, the Work of Mourning and the New International (New York and London: Routledge, 1994): xviii.

[2] Barad, Karen. “Quantum Entanglements and Hauntological Relations of Inheritance: Discontinuities, Space/Time Enfoldings, and Justice-to-Come.” Derrida Today 3, No. 2 (2010): 244.

[3] Hägglund, Martin. Radical Atheism: Derrida and the Time of Life (Redwood City: Stanford University Press, 2008): 82.

[4] Derrida, Spectres of Marx, xix; Shaw, Katy. Hauntology: The Presence of the Past in Twenty-First Century English Literature (Cham: Palgrave Macmillan, 2018): 2.

[5] Derrida, Spectres of Marx, xix; Shaw, Hauntology: 2.

[6] Derrida, Spectres of Marx, xviii..

[7] Petrică Mogoș and Laura Naum, “Dear Reader.” The Future of Ghosts 2, No. 1 (2022): 5.

[8] Petrică Mogoș and Laura Naum, “Dear Reader.” The Future of Ghosts 2, No. 1 (2022): 5.

[9] Bhabha, Homi. The Location of Culture (London: Routledge, 1998): 7.

[10] Nicolas Abraham and Maria Török, The Shell and the Kernel : Renewals of Psychoanalysis, ed. Nicholas Rand, University of Chicago Press eBooks, 1994.

[11] Ayanna Dozier, “The 35th São Paulo Bienal Revives Forgotten Memories | Artsy,” Artsy, September 22, 2023, https://www.artsy.net/article/artsy-editorial-35th-sao-paulo-bienal-revives-forgotten-memories.

[12] “Denilson Baniwa - 35th Bienal de São Paulo,” 35th Bienal De São Paulo, September 4, 2023, https://35.bienal.org.br/en/audioguias/denilson-baniwa/.

Vorige
Vorige

Call for papers: What’s the use?

Volgende
Volgende

Call for papers: borders