Jrg. 24 #3 Artistieke diplomatie
In 2005 vloog de Russische minister Alexander Rumyantsev naar Iran om een akkoord te tekenen over de aanvoer van nucleaire brandstof. Op de tekentafel lag een boeket van Colombiaanse anjers, Portugese gladiolen, Nederlandse narcissen en Amerikaanse varens. De geschiedenis van dit boeket werd in de zomer van 2015 op de Biënnale van Venetië in herinnering gebracht door de Amerikaanse kunstenares Taryn Simon. “These flowers”, zei Simon, “sat between powerful men as they signed agreements designed to influence the fate of the world.” Simon maakte ze tot symbolisch strijdtoneel, zoals ook het witte doek een schijnbaar onschuldig terrein kan vormen voor politieke conflicten.
Taryns werk, Paperwork, and the Will of Capital, is daarom net als het derde nummer van Simulacrum: ontluisterend. Geschenken die op het eerste gezicht tekenen van vriendschap leken, blijken diplomatieke instrumenten. Voorbeelden zijn de Turkse fontein waarover Eelco Nagelsmit schrijft en die symbool stond voor de Duits-Turkse betrekkingen omstreeks het fin de siècle, of de Amerikaanse Friendship Train en het Franse antwoord daarop. Dit roept vragen op over wat een kunstwerk eigenlijk vermag. Het plaatsen van die vraagtekens trekt logischerwijs ook de autonomie van de kunstenaar in twijfel. Hoe groot is zijn artistieke agency nog, als hij in dienst staat van een politieke agenda?
Portfoliokunstenaar Liza Prins meent, in navolging van Adorno, dat autonomie en het weglaten van directe referenties in het kunstwerk juist de grootste politieke effectiviteit bewerkstelligt. Frederike Sperling vraagt zich af of kunst überhaupt in staat is om voelbare sociaal-politieke veranderingen teweeg te brengen. Dat was wat de organisatie van Manifesta 10 in elk geval voor ogen leek te hebben – of waren Marlene Dumas’ Great Men en Erik van Lieshouts The Basement geen uithaal naar de Russische overheid? Het project Picasso in Palestine, waarover Charles Esche wordt geïnterviewd, zinspeelde ook op dit idee. Picasso’s Buste de Femme liet met haar vertrek uit Israël echter geen getransformeerd land na, net zomin als zijn Guernica een einde maakte aan de Spaanse Burgeroorlog.
Naast middel voor verzoening en emancipatie kan kunst ook de bron zijn van nieuw conflict. In plaats van de banden aan te halen in stormachtige tijden, brachten de Nederlandse en Franse overheden hun onderlinge relatie dit najaar in het geding met de discussie over het eigendom van Rembrandts portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit. Ontluisterend is daarom ook de bijdrage van Egbert Dommering, die een reconstructie biedt van de kwestie die werd ingekapseld tot nationaal staatsgeheim. Wat culturele diplomatie betreft, meent ook John Holden, kunnen overheden zich beter op de achtergrond houden en ruimte scheppen voor culturele uitwisseling zonder zich hier direct in te vermengen. Laat dat maar aan de bloemschikker.
Het nummer is vanaf nu te koop bij onze verkooppunten of bestelbaar via info@simulacrum.nl
INHOUDSOPGAVE
1. ARTIKEL
Recent trends in culture and international relations
John Holden
2. POËZIE
Artistieke diplomatie
Anna Dupon
3. ARTIKEL
Minutes from the battlefield
A theoretical assesment of the political potential of conteporary art
Frederike Sperling
4. ARTIKEL
De Merci Train Mannequins
‘A gift without strings’
Annelena de Groot
5. INTERVIEW
Repoliticizing Picasso
An interview with Charles Esche about the aftermath of Picasso in Palestine
Sepp Eckenhaussen
6. OPINIE
Een duur gekocht echtpaar
Rembrandts portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit
Egbert Dommering
7. ARTIKEL
Manifesta 10: Een speldenprik richting het Russische systeem?
Annemiek Geel
8. ARTIKEL
De Duitse fontein in Istanbul
Architecturale diplomatie tussen Kaiser en Sultan
Eelco Nagelsmit
15 april 2016