Jrg. 24 #4 De Leerling

De laatste decennia lijkt de kunsteducatie in Europa door de beeldende kunst voorbij te zijn gesneld. Het onderwijs is niet alleen ingehaald door de kunst zelf, waarin experiment en materiële vrijheid steeds belangrijker zijn geworden, maar ook door de veeleisende kunstmarkt. Ondertussen wordt de hedendaagse kunstenaarsleerling nog altijd ingeklemd tussen dezelfde vier muren als dertig jaar geleden, zo signaleerde Nicolas Bourriaud in 2015. Aan de academie krijgt de leerling na vier jaar een diploma in handen gedrukt met dezelfde waarde en geldigheid als dat van honderden anderen. Hoe reëel is het om als leerling te streven naar artistiek meesterschap en individuele faam, vraagt kunststudent Aurélien Potier zich af, en is de academie in staat om een vrije ruimte te waarborgen – of is zij slechts de zoveelste schakel in de productie-economie?

De relatie tussen meester en leerling is al lang niet helder en eenduidig meer. Dieter Lesage merkt op hoe deze verhouding door de tussenkomst van het onderwijsmanagement tot een driehoeksrelatie is uitgegroeid. Als docent aan Kunstakademie Düsseldorf was Joseph Beuys een van de eersten die dit waarnamen, waarop hij in 1971 – zonder daarbij de selectiecommissie van de academie te betrekken – maar liefst 142 leerlingen toeliet tot zijn klas. Beuys, zo schrijft Simone de Boer, was in feite een pionier was van de educational turn, een tendens die sinds de millenniumwisseling probeert de crisis in het kunstonderwijs te koelen. Niet alleen kunstenaars, maar ook curatoren en museumdirecties zien sindsdien het belang van educatie groeien. Dit weerklinkt in weloverwogen tentoonstellingsconcepten, educatieve museumprogramma’s en alternatieve instituten.

Wat zijn hun voorbeelden, waar kijken zij naar? Misschien naar de vroegere leerling-meesterverhoudingen, zoals in het Nederland van de Gouden Eeuw. De kunstenaarsopleiding was gestructureerd en overzichtelijk, de overgang van leerling naar meester duidelijk gemarkeerd. Misschien naar de school in Bolzano die Yoeri Meessen beschreef tijdens het interview in Rotterdam, waar de leerlingen zelf een trap beklimmen naar een hoger gelegen klaslokaal en zo op eigen moment kiezen voor uitdaging. Misschien, zoals Dieter Lesage, naar de negentiende-eeuwse leermeester Joseph Jacotot, die zijn leerlingen niet bij de hand nam, noch achterliet onderaan een trap – maar ze wel een essentiële voorzet gaf.

Al met al blijkt de weg naar meesterschap vooral een zoektocht, en dat moet deze blijven, ook wanneer de kunstacademie enkel beperkende kaders lijkt op te werpen of wordt geregeerd door een bedrijfsmatige structuur. Ongeacht het onderwijsmodel dat van kracht is, zo betoogt Robbert van Rijswijk, is het de individuele plicht om hierbinnen de eigen vrijheid op te eisen. Een plicht die voor iedereen geldt, niet alleen de student. Voor de meesten, onder wie Dave Loder, is de zoektocht immers eeuwigdurend.

Het nummer is vanaf nu te koop bij onze verkooppunten of bestelbaar via info@simulacrum.nl

INHOUDSOPGAVE

1. ARTIKEL

De eigen school

De politiek van (zelfgeorganiseerd) onderwijs

Simone de Boer

2. ARTIKEL

Border tactics of artistic research

Dave Loder

3. ARTIKEL

De student door brand verrast

Robbert van Rijswijk

4. ARTIKEL

The artist-student as formal or informal learner

Laura Yuile

5. INTERVIEW

Leren door en met kunst

Een interview met Yoeri Meessen

Nora Veerman

6. ARTIKEL

Lessen in het atelier

De leergang van de zeventiende-eeuwse kunstenaarsleerling in beeld

Florence du Pré

7. POËZIE

De Leerling

Anna Dupon

8. ARTIKEL

Worsteling met transformatie

Over de kunstacademie als systeem in een systeem

Aurélien Potier

9. ARTIKEL

De geboorte van het mentoraat uit de geest van het avonturenverhaal

Over Jacotot en zijn leerlingen

Dieter Lesage

15 juli 2016

Vorige
Vorige

Jrg. 25 #1 De Muur

Volgende
Volgende

Souvenirs op papier